Oesterle's Dreidecker - Fesselflugzeug

 

Elf maanden werk voor een enkel moment vliegeren

 

 

Dreidecker Fesselflugzeug - Driedekker kabelvlieger - Triplane airplane kite - aeroplane

(Fig. 1)

 

 

Fesselflugzeug

De in de jaren dertig door Valentin Oesterle ontworpen vlieger is klaar. Bijna een jaar geleden ben ik met de bouw begonnen. Nu is hij klaar met alles er op en er aan. Een schuiftoom, een verstelbaar achtervlak om de hellingshoek van de vlieger mee te bepalen en een originele camera uit die tijd, een Voigtländer.

 

Eigenlijk is het helemaal geen vlieger, maar -hoe vertaal je dat- een Fesselflugzeug, een driedekker van dunne in dikte variërende latjes, met door spanlak superstrak gespannen katoenen vleugels. Twee en een halve meter breed en zo’n drie meter lang. Tussen de latten van het frame en de vleugels is 0,3 mm. dik ijzerdraad gespannen. Het ijzerdraad geeft het frame zijn stijfheid. En ook deze keer weer zit het geniale in zijn eenvoud. Oesterle beschrijft in zijn bouwbeschrijving ‘Wie Baue ich mir selbst ein Fesselflugzeug’, dat de dunne latten gewoon op elkaar gespijkerd kunnen worden. De kopse kanten van de latjes worden met draad omwonden, het andere frame deel wordt een beetje voorgeboord en dat gaat een klein spijkertje er zo zonder problemen door. Dat is nog tot daar aan toe, maar dat het spanstaaldraad zomaar tussen de latjes met enkele slagen om het spijkertje vast gezet kan worden, verbaasd door zijn eenvoudige doeltreffendheid. Goedkoop, eenvoudig, simpel en vooral ook, heel snel gemonteerd!

 

 

Het doel van het project

Het project bestaat uit drie delen:

 

-          De bouw van de vlieger exact volgens de beschrijving van Oesterle

-          Met de vlieger vliegen en op de originele manier een paar foto’s maken

-          Het geheel zo goed mogelijk documenteren op beeldmateriaal

 

 

De bouw

Bij de bouw is gekozen voor het uitgangspunt zo precies mogelijk volgens de bouwbeschrijving te werken. Dus geen concessies aan materiaal gebruik, degelijkheid, stevigheid en verbeterde eigentijdse inzichten. Ook is het toestel niet demontabel gemaakt, afgezien van de in de beschrijving geboden mogelijkheden de vleugels af te kunnen nemen.

 

Frame construction details: wood, aluminium, cotton, wire

(Fig. 2)

 

 

Dankzij de uitgebreide bouwbeschrijving is het in alle eerlijkheid geen erg ingewikkelde klus. De moeilijkheid zit ‘m meer in het vele werk, de benodigde lange adem en het formaat van de driedekker. En, dat moet ook gezegd, een paar -juist de lastige constructie delen- zijn niet of nauwelijks beschreven in de bouwbeschrijving. Probleem was daar vooral bij hoe een oplossing te vinden die niet van deze tijd is, maar past in het tijdsbeeld van de vliegerbouw uit de jaren dertig: hoe bouw je een reclame-, fotografievlieger die zo weinig mogelijk mag kosten en waarvan de bouw zo min mogelijk tijd kost. Daarbij wel in acht genomen dat er uiteindelijk een degelijk stuk werk moet staan dat alle inspanningen recht doet.

 

Omdat de benodigde diktematen van het houtwerk niet allemaal standaard te koop zijn is veel houtwerk zelf op maat gezaagd. In de dunne latten mogen uiteraard geen noesten zitten en ze moeten een mooie langslopende nerf bezitten. Bij de lange lengtes die nodig zijn was het soms nodig enkele stukken aan elkaar te zetten. Voor de sterkte van het geheel is dit helemaal geen probleem. Wel geven de spijkers waarmee de latten aan elkaar gezet worden een verzwakte plek, zoals later zal blijken. Bijzonder is nog het gebruik van twee stukken gespleten bamboe. Om de achterkant van de stabilisatievlakken van de driedekker een ronde vorm te geven heeft Oesterle hier voor het gebruik van het buigzame bamboe gekozen. De bamboe stroken moeten met aluminium strookjes aan de vierkante latten van de romp vastgezet worden. Grappig is de techniek van het gezamenlijk gebruik van het moderne aluminium, samen met het ouderwetse bindsel, lijm en spijkertjes. Vreemd en kwetsbaar is het gebruik van dun papier op de verticale stabilisatievlakken. Deze vlakken worden aan beide zijden van papier voorzien. Je moet er dus niet mee in een regenbuitje gaan vliegeren.

 

Frame construction details: wood, aluminium, cotton, wire

(Fig. 3)

 

 

Met de vlieger op de originele manier luchtfoto’s maken

Wat is er nodig volgens Oesterle:

 

-          Een camera

-          Afdrukmechanisme met ‘tijdsysteem’

-          Een instelbar camera ophangsysteem

 

 

Voigtländer camera

Via internet is een camera aangeschaft die rond 1936 geproduceerd is. De bouwbeschrijving is in 1936 gepubliceerd en we nemen aan dat de vlieger door een iets meer dan gemiddelde fotograaf gebruikt wordt. De camera moet ook zoveel mogelijk lijken op de camera’s die te zien zijn op oude foto’s van Oesterle’s vliegers. Het is erg leuk dat de camera een Voigtländer is en de driedekker is nog niet klaar of de mal voor de Voigtländer reclame vlieger is al geknipt. Het zou zo mooi zijn om ze allebei tegelijk in de lucht te kunnen hebben. De zwart/wit film voor deze camera is nog steeds redelijk makkelijk verkrijgbaar, dus dat is gelukkig geen probleem.

 

 

Een wasknijper als afdrukmechanisme

Het afdrukmechanisme bestaat uit een wasknijper, die met een touwtje open gehouden wordt. Een lont van de juiste lengte en brandduur, brandt het touwtje door, de knijper gaat dicht en drukt af. Tegelijkertijd waaien er wat witte papiertjes weg die tussen de knijper zaten, zodat de vliegeraar/fotograaf kan zien dat zijn foto genomen is. Alles kan nu weer naar beneden, de film doorgespoeld, een nieuw touwtje met lont en papiertjes aan de knijper, dan kan de vlieger weer omhoog voor een volgende foto. Niet vergeten de lont aan te steken. KAP uit de beginjaren!

 

(Fig. 4)

 

 

Het ophangsysteem

Ter beschutting van de camera is de vlieger voorzien van een klein, halfrond windschermpje. Naar keuze mag dit van Oesterle in karton of aluminium uitgevoerd worden. Aluminium lijkt in eerste instantie wel erg luxe voor dit alles, zo vlak voor de tweede  wereld oorlog, maar het kartonnen schermpje ziet er in verhouding tot de rest van de vlieger toch wel wat armoedig uit en wordt dus toch maar vervangen door een aluminium windschermpje. Om de camera van de grond te houden als de vlieger niet in de lucht is komt er een landingsgestelachtige constructie onder de vlieger. Met wat touwtjes wordt het verdraaien van de camera voorkomen, waarbij Oesterle fijntjes opmerkt dat hierdoor de camera nog eens met een extra zekerheid met het frame verbonden is.

 

Vintage KAP - Kite Aerial Photographie

(Fig. 5)

 

 

Vliegeren met een Oesterle Driedekker

En dan is alles klaar… dan zit je met een vlieger die met geen mogelijkheid is te transporteren als het waait. En als het niet waait, dan hoef je er natuurlijk ook niet mee naar buiten. Dus was het nodig om een vliegerlocatie te vinden met een opslagplaats voor de vlieger. Zodat het transport op een rustige windstille dag kon plaats vinden. En het vliegeren zonder transport problemen op een daarvoor bij uitstek geschikte dag. Gelukkig werd zo’n locatie gevonden. En eindelijk leek de goede dag er aan te komen.

 

Op een woensdag gaan we het gaan proberen. Echter, aangekomen op de vliegerlocatie blijkt er, hoe beloofd ook door de weervoorspellers, nagenoeg geen wind te zijn. We besluiten de vlieger toch klaar te maken. Liever voor niets, dan af te wachten en te laat te zijn als dan toch de wind aan zou wakkeren. Maar de vlieger staat nog niet buiten, of er steek een stevige bries op. Met moeite houden we de vlieger op de grond tijdens de laatste voorbereidingen.

 

We moeten de staart omhoog houden zodat de vleugels geen draagkracht krijgen, dan is het goed te doen. Mits de kop op de wind staat. Door de spanlak is het doek zo strak gespannen dat er niets klappert. Het blijft een bijzondere ervaring, deze vlieger.

 

Oesterle in zwaar weer

(Fig. 6)

 

 

Dan is het, na elf maanden, zo ver: Een rottige wind, maar wachten willen we niet meer, afgerolde lijn, twee helpers, en op mijn sein, lont aansteken en omhoog. De stevige en helaas ook vlagerige bries boven de Zutphense uiterwaarden doet zijn werk. De driedekker schiet omhoog, schiet van links naar rechts maar staat toch al gauw aan zo'n 60 meter lijn boven het weiland. Hij trekt ook behoorlijk en heeft totaal geen moeite met de zware camera die er onder hangt.

 

De ervaring is echt anders. Je voelt het gewoon, geen doek en bamboe, maar een harde Oesterle. Ik zie de rook van de lont, wat duurt dat branden lang... dan waaien de papiertjes weg en weet ik dat de foto is genomen en hoop ik dat hij gelukt is. Ondertussen vier ik lijn, want ik weet ook dat de wind toch te onberekenbaar is. Hoger dat ding in veiliger rustige lucht. Maar dan een duik. Ik laat mijn haspel rollen, maar het mag niet helpen. Ik weet het voordat het gebeurt. Het gekraak bevestigd wat ik zie.

 

De hele ochtend was ik, ik kan het niet ontkennen, gestresst. Nu merk dat ik heel kalm blijf. Het was een risico. Mijn angst voor een crash voordat het zou beginnen was groot. Maar gelukkig heeft de Oesterle gevlogen! Aan de hand van de foto's kan ik achteraf zien dat dit alles slechts een dikke anderhalve minuut geduurd heeft. Daarvoor had ik geen idee van tijd, of het seconden of minuten geweest zijn dat de Oesterle heeft gevlogen.

 

Kite Crash

(Fig. 7)

 

 

Nu, 's avonds, begint het gevoel terug te komen, hoe het was. Vanmiddag had ik al een begin gemaakt met de reparatie, niet leuk. Nooit meer de lucht er mee in dacht ik. Maar waarom ook niet, met een stabielere wind, wellicht toch nog een keer. Om de vlieger beter te leren kennen en desnoods met een extra stabilisatievlak achterin. Dus geen museum restauratie, maar gewoon degelijk werk voor een volgende vlucht? Wie weet...

 

Reparation of the frame 

(Fig. 8)

 

 

Zutphen, 3 oktober 2009

Jan Westerink

Eerder gepubliceerd in "NCB", nr. 2009  september/oktober  

 

Zie voor meer imformatie en foto's vanaf september 2009 weblog: Projects in Progress, Weblog, Jan Westerink

 

 

Foto's: Greetje Scholten

terug /

 Copyright   ©   2010 by Jan Westerink - Last update: 22-01-2010