Vliegend riet                                                                                                 #72  11-06-2006

 

 

Fig. 1

 

 

Soms heb je zo'n vlieger die jaren in je hoofd rondspookt. Soms ook ligt er zelfs al die tijd al een schetsje ergens tussen de stapels met gekopieerde bouwtekeningen, andere ideeën en van internet uitgedraaide vliegerpatenten. Zelfs kan het zo zijn dat het bouwmateriaal al tijden klaar ligt om eens tot een vlieger samengebouwd te worden. Dat bouwmateriaal is in dit geval riet (fig. 2), een jaar geleden gesneden riet, dat halverwege de winter in een opruimbui buiten is geraakt en al nagenoeg is vergaan. Maar de vier meter lange rietpluimen die een paar maanden geleden gesneden zijn is het beter vergaan, zij hebben binnen op zolder verder mogen drogen. Maar de zeven rietstengels die sinds enkele weken in de hal staan en nog geen 1 meter vijftig lang zijn, daarvan worden uiteindelijk vier stengels op een zondagmiddag tot een soort vlindervlieger samengebouwd. Als het frame gereed is, is het even zoeken in de voorraad geschikt Japans washi papier naar een paar stukken van de juiste maat en kleur, plakken, drogen en klaar.  Terwijl de rest van het gezin een belangrijke voetbalwedstrijd volgt, plak ik mijn vliegertje. Het had jaren eerder gekund, maar blijkbaar was de tijd er nu rijp voor (fig. 1).

 

 

Fig. 2

 

Eenvoudig model

Eigenlijk is de vlieger een heel eenvoudig model. Twee staanders met een rietpluim aan de onderkant. Twee liggers, zonder pluim en met de dikke onderkanten naar het midden, het hart van de vlieger (fig. 3). De vlieger ontleent zijn stevigheid doordat de rietstengels in het midden tot een paar driehoeken zijn samengeknoopt.

Verder heeft de vlieger eigenlijk een toom van niets, maar daarin zit juist de grap. Omdat geen een rietstengel hetzelfde is en zeker geen een rietstengel ook maar een beetje recht, is het hierdoor dus totaal onmogelijk om de vlieger in evenwicht te krijgen. Dat dit een voordeel is zal vreemd klinken. Maar wel degelijk is dat zo, het voordeel zit 'm er in dat er nu eens een keertje lekker ontspannen gewerkt kan worden, zonder de kriebelige preciesheid waarmee vaak genoeg gebouwd moet worden. Deze keer is het lekker ongecompliceerd plakken en wanneer de ene vleugel een centimeter groter wordt maakt dat helemaal niets uit. Want als dat het geval is dan is dat met de 'wonder' toom makkelijk te corrigeren. De toom is een standaard tweepunts vliegertoompje met het bekende schuivende ringetje, alleen deze keer niet van boven naar beneden lopend, maar nu van links naar rechts, waardoor een links-rechts evenwichtsverschil makkelijk gecompenseerd kan worden (fig. 4).

 

 

Fig. 3

 

De bouw

Ook de bouw is in principe simpel. De enige moeilijkheid zit 'm misschien in het knoopwerk waarmee de vier rietstengels aan elkaar geknoopt worden. De knoop, heet eigenlijk sjorring, is niet moeilijk, maar het is wel wat lastig (fig. 5). Het riet is breekbaar en de stengels steken ook nog eens alle kanten uit. De sjorringen kunnen met gewoon stevig garen gemaakt worden. Er moeten er zes gemaakt worden. Eventueel nog van een dun laagje lijm voorzien tegen het loslaten. En dan is het hele frame klaar.

Het dek wordt gemaakt van washi, dat is een stevig, maar toch licht en heel mooi Japans papiersoort. De vellen washi die bij de bouw van deze vlieger gebruikt zijn waren te klein om er in één keer een hele vleugel uit te knippen. Daarom bestaan de vleugels uit twee delen. Meer kan natuurlijk ook, maar dat is helemaal naar de smaak van de vliegerbouwer. En het hoeft natuurlijk ook geen washi te zijn elk materiaal is geschikt, zolang de bouwer er maar achter staat. Dat is trouwens een principe dat voor elk onderdeel van deze -en elke andere-  vlieger opgaat. Hoewel mijn voorkeur deze keer uitgaat naar de natuurlijke materialen: riet, washi en katoengaren. De gebruikte lijm past helaas niet in dit rijtje thuis. Maar voor fanatici is rijst- of aardappellijm een optie.

 

 

Fig. 4

 

 

Het maken van de vleugels is overigens heel eenvoudig. Leg één vleugeldeel van het frame op het papier en teken met een potlood het frame er op over. Naar eigen inzicht de onderkant (trailing edge) tekenen en het geheel zo uitknippen dat er ook nog een randje overblijft, 'zoomtoegift', om de papieren vleugel deels om het rieten frame heen te plakken. Zorg ervoor dat de vleugels stevig vast komen te zitten. Het tekenen en knippen mag ook eerst even met een ander papier gedaan worden, zodat er eerst een malletje ontstaat waaraan eventueel nog wat bijgeschaafd kan worden. Op of met het malletje kan er ook een compositie van verschillende stukken washi gemaakt worden. Het werkt wat zekerder. Maar rücksichtslos de vlieger in elkaar plakken past beter bij een vlieger als deze.

De vlieger heeft een tweepunts toom (fig. 4), even proberen waar het juiste punt zit voor de vliegerlijn. En eventueel kan naar smaak nog een derde toom lijntje naar de onderste sjorring gespannen worden. Dan kan de vlieger bij een niet al te harde wind opgelaten worden.

 

 

Fig. 5

 

 

Fig. 6

 

Jan Westerink

Foto's: Sterre Westerink

Eerder gepubliceerd in "VLIEGER", nr. 2007/1  

 

 

                  

 

terug /

 

© Copyright by Jan Westerink - Last update: 16-12-2007